Erkenning na de dood

De sluiting van de ENCI-fabriek in Maastricht leek het onvermijdelijke einde van een tijdperk. Maar juist nu staat het industriële erfgoed meer dan ooit in de schijnwerpers. Wij zagen het al eerder. Voordat de officiële monumentale status er was, hadden we een visie op deze gigantische nalatenschap, een visie die afweek van de massa. 

Dit is ons verhaal over de postume erkenning van de Eerste Nederlandsche Cement Industrie.
Het is een paradox die vaak voorkomt bij grootse werken: de erkenning komt pas na de voltooiing of – in dit geval – na de sluiting. Het is alsof een groot kunstenaar pas na zijn dood op ware waarde wordt geschat. Denk aan de schrijnende ironie: de roem en waardering voor een Edgar Allen Poe, of een Vincent van Gogh kwamen pas echt ná het laatste woord of de laatste penseelstreek. Het tijdperk van de Eerste Nederlandsche Cement Industrie (ENCI) mag dan afgesloten zijn, de fysieke nalatenschap is nog springlevend.

Ongebruikelijk: een restauratievisie
Tussen 2000 en 2010 heeft ons bureau een cruciale bijdrage geleverd aan de toekomst van het ENCI-terrein. Onze aanpak was ongebruikelijk: we hanteerden een restauratievisie in plaats van een pure ontwikkelvisie. Door de industriële gebouwen met respect te benaderen, hebben we veel van de oorspronkelijke structuur en de samenhang van het complex weten te behouden. Het is een triomf voor het erfgoed dat de fabriek in 2020, na sluiting, eindelijk de verdiende monumentale status kreeg.  

Het Erfgoed: van mergelmijn tot grootschalige dagbouw
De Sint-Pietersberg is al eeuwen de bron van mergelwinning. Wat begon met kleinschalige mijnbouw, transformeerde door de industrialisatie en de opkomst van moderne bouwtechnieken – zoals betonbouw – naar grootschalige dagbouw in de vroege 20e eeuw. 

Dit proces schiep de unieke geografie van het terrein. Aanvankelijk was er amper ruimte tussen de massieve wand van de Sint-Pietersberg en het kanaal naar Luik. De eerste fabrieksgebouwen volgden dan ook een lineaire ontwikkeling langs de Lage Kanaaldijk. Naarmate het plateau van de berg werd afgegraven, ontstond de immense groeve van uiteindelijk 50 meter diep, tot op zeeniveau. Het logistieke principe – de laatste ovens vlak bij de groeverand om de aanvoer zo efficiënt mogelijk te houden – tekent de rationaliteit van het industriële complex. 

Chirurgische precisie: een nieuwe hoofdentree
Rond het jaar 2000 was duidelijk dat de efficiëntie van weleer een logistiek knelpunt was geworden. De hoofdentree lag nog op de plek van honderd jaar geleden, geperst tegen de bergwand. De enorme omvang van de industrie en de bijbehorende vervoersbewegingen noopten tot een radicale ingreep. 

Het scheepsvervoer was inmiddels vervallen en het kanaal was gedempt om ruimte te maken voor wegtransport. Onze oplossing was even gedurfd als doeltreffend: een nieuwe entree dwars door de Grondstoffenhal heen. 

Deze hal, een volume van meer dan 300 meter lang, was in onze visie een industrieel monument op zich. Om de achterliggende fabriek adequaat te ontsluiten zonder de hal te vernietigen, kozen we voor een chirurgische opening. De imposante dakconstructie en de originele kraanbaan werden behouden. Slechts twee traveeën van de hal werden opengebroken. Met een opening van 24 x 48 meter klinkt dit meetkundig enorm, maar in de schaal van de Grondstoffenhal is het een bescheiden en respectvolle ingreep. 

De Iconische Portiersloge: een nieuwe poortwachter
In directe samenhang met de nieuwe entree ontwierpen we een nieuwe Portiersloge: een krachtig, iconisch betonnen plastiek. Dit sculpturale gebouw staat als een moderne poortwachter en markeert fysiek de overgang naar een nieuw tijdperk voor de ENCI. 

De ruimtelijke ontwikkeling en architectuur vertellen nu samen het verhaal van behoud én vernieuwing.

Onze boodschap: industrieel erfgoed is geen ballast, maar een uniek verkoopargument. Onze aanpak levert vastgoed op met verhoogde merkwaarde, vermindert toekomstige erfgoedrisico’s en positioneert het project als authentiek en onderscheidend in een homogene markt.

Binnenkort volgt meer over de diepere architectonische visie en details van deze ontwerpen. 

 

Lees meer

van Harold Janssen